Vaccinaties
Vaccineren is een regelmatig terugkerende gebeurtenis en voor de gezondheid van uw pup van groot belang. Even belangrijk als de vaccinatie is het lichamelijk onderzoek, voorafgaand aan de vaccinatie.
Normaal worden puppies gevaccineerd wanneer ze 6, 9 en 12 weken oud zijn. De 1e vaccinatie, tegen Hondenziekte en Parvo, wordt de puppy-enting genoemd en meestal bij de fokker gegeven. De 2evaccinatie op 9 weken is tegen Parvo en de ziekte van Weil, de 3e en laatste vaccinatie, de cocktail genoemd, is een combinatievaccin tegen Hondenziekte, Parvo, ziekte van Weil, Leverziekte, Para-influenza en Adenovirus. Twee weken na de 3e vaccinatie (de ‘cocktail’) zijn pups volledig beschermd.
Op 1-jarige leeftijd worden de honden met de cocktail gevaccineerd. Vanaf het 2e levensjaar wordt een afwisselend schema tussen de cocktail en de Parvo/Weil vaccinatie gebruikt.
Indien u uw hond mee gaat naar het buitenland zijn daar bepaalde regels aan verbonden. Zo is het voor elk land verplicht de hond te laten vaccineren tegen Hondsdolheid (Rabiës). Deze moet voor landen binnen de Europese Unie minimaal 21 dagen van tevoren gegeven worden. Voor Engeland, Ierland en Zweden en landen buiten de EU gelden andere regels, neem hiervoor ruim van tevoren contact met ons op (minimaal 7 maanden). Pups kunnen vanaf 12 weken worden ingeënt tegen Hondsdolheid (Rabiës). Ook is voor het buitenland verplicht dat de hond een chip en een officieel paspoort heeft.
Voor pension, hondencursus of uitlaatservice kan er een aanvullende vaccinatie tegen kennelhoest nodig zijn. Vraag dit ruim van tevoren aan de pensionhouder / hondenclub / uitlaatservice! Er bestaan twee soorten kennelhoest vaccinaties:
1. een injectie, deze moet minimaal 2x gegeven worden met 3 weken ertussen en is 1 jaar geldig, na deze basis vaccinatie is een jaarlijkse her vaccinatie voldoende.
2. een neusdruppel, deze hoeft maar 1x te worden toegediend en is 1 jaar geldig, daarna moet deze eventueel jaarlijks herhaald worden.
Wormen
Puppy’s raken al in de baarmoeder besmet met wormen. Ook via de moedermelk krijgen de pups wormen binnen. U kunt daarom het beste er vanuit gaan dat alle pups wormen hebben. Ook al ziet u die niet in de ontlasting. Een worminfectie beïnvloedt de ontwikkeling van een pup nadelig. Daarom is het erg belangrijk regelmatig te ontwormen.
Normaal worden pups op 2, 4, 6 en 8 weken leeftijd ontwormd. Vervolgens iedere maand totdat ze 6 maanden oud zijn. Daarna is 4 x per jaar ontwormen het advies. Belangrijk is om bij de fokker na te vragen of de pups ontwormd zijn, wanneer en waarmee. Wormmiddelen zijn zonder afspraak op te halen bij de balie, het is belangrijk om te weten hoe zwaar uw pup is.
Vlooien
Vlooien zijn kleine bloedzuigende parasieten die voor veel overlast zorgen bij onze huisdieren. Bij onze huisdieren komen 2 soorten vlooien voor: de hondenvlo (Ctenocefalides Canis) en de kattenvlo (Ctenocefalides Felis). De kattenvlo is ook bij de hond de meest voorkomende vlo.
Vlooien komen ook bij puppies voor, dus het kan dat als u uw hondje heeft opgehaald hij of zij vlooien heeft. Het is belangrijk op uw pup met een geschikt vlooienmiddel te behandelen. Vlooien leggen veel eitjes en deze kunnen wel een jaar in huis blijven liggen, voordat ze uitkomen. Het voorkomen van een vlooienplaag is beter dan het genezen ervan! Voor de meeste anti-vlooien pipetten geldt dat ze mogen worden gebruikt vanaf een leeftijd van 8 weken en bij een pup van minimaal 2 kg. Vlooienmiddelen zijn zonder afspraak bij de balie op te halen, u kunt dan advies vragen over wat voor uw pup het beste product is.
Aan de balie hebben we speciale producten voor zeer jonge pups (en kittens).
Teken
In bossen en parken komen teken voor. Teken zuigen bloed en kunnen ontstekingen veroorzaken. Daarnaast kunnen zij een aantal gevaarlijke ziekten overbrengen. De laatste jaren is er een toename van het aantal teken en door teken overgebrachte ziekten bij zowel mens als dier. Ter bestrijding van teken zijn er een aantal producten beschikbaar, waaronder een tekenband ook Effipro en Advantix reduceren het aantal teken op uw hond.
Chippen
Een chip is een transponder ter grootte van een rijstkorrel. Deze wordt met een naald onder de huid gebracht. Op de chip staat een uniek nummer, dat kan met een zogenoemde ‘chipreader’ worden afgelezen. Het nummer op de chip wordt bij een databank geregistreerd en gekoppeld aan de gegevens van de eigenaar en dier.
Tegenwoordig is een chip verplicht wanneer een dier meegaat op vakantie. Ook voor sommige pensions is het verplicht dat een dier gechipt is. De belangrijkste reden voor eigenaren om hun dier te chippen is echter dat wanneer het dier wegloopt, het makkelijker is terug te krijgen. Rashonden worden vaak bij de fokker al gechipt.
Honden geboren na 1 april 2013 moeten verplicht gechipt zijn.
Voeding
Vaak is het voor een nieuwe eigenaar lastig om te bepalen wat hun pup nu precies moet eten. Het is verstandig om de eerste tijd hetzelfde voer te geven als de fokker. Dat zal over het algemeen een puppy-voer zijn. Als u van voer wilt veranderen kunt u dit het beste langzaam opbouwen, door eerst een klein beetje nieuw voer door het oude voer te mengen en dit gedurende een week langzaam steeds iets meer te laten worden. De hoeveelheid voer die een pup nodig heeft verschilt nogal per hond. De hoeveelheid die op de verpakking staat is vaak niet meer dan een richtlijn. Als uw pup voer laat staan en een beetje mollig wordt, moet hij wat minder hebben en als de pup onverzadigbaar is en ook nog wat dunnetjes wordt, moet hij iets meer hebben. Zeker voor grote rassen is het belangrijk dat ze niet te zwaar worden, omdat ze anders eerder last kunnen krijgen van de gewrichten. Ook is het voor deze honden verstandig om met een maand of 7 à 8 over te gaan op een adult (volwassen) voer.
Castratie van de reu
De minimum leeftijd waarop een reu gecastreerd kan worden is 6 maanden. Anders dan bij katers adviseren wij in het algemeen niet om een reu te castreren, tenzij zich problemen voordoen die door een castratie opgelost kunnen worden. Veel gedragsproblemen hebben echter naast een seksuele- ook een gedragscomponent die niet afhankelijk is van hormonen.
Een aantal redenen om een hond te laten castreren:
· (Hyper)seksueel gedrag. Reuen die weglopen wanneer er loopse teven in de buurt zijn, of bij de voordeur zitten te piepen en te hijgen en niet willen eten, zullen over het algemeen goed reageren op een castratie.
· Agressief en/of dominant gedrag naar andere honden (m.n. reuen). Dit gedrag kan verminderen na castratie, maar bijna altijd spelen er meerdere oorzaken een rol. Waardoor het verstandig is met een gedragstherapeut te overleggen of eerst een chemische castratie te overwegen.
· Agressief en/of dominant gedrag naar gezinsleden of andere mensen. Hier speelt zeker ook een opvoedingsprobleem mee. Castratie kan in sommige gevallen helpen het probleem onder de knie te krijgen, maar moet dan wel gecombineerd worden met gedragstherapie. Ook hierbij adviseren wij u een gedragstherapeut in de arm te nemen en is het ook het overwegen waard om te kijken wat er gebeurd bij een chemische castratie.
· Door angst gestuurde agressie. Hierbij spelen ook meerdere oorzaken een rol, en kan het gedrag zelfs verergeren na castratie. Bij deze vorm van agressie is het advies van een gedragstherapeut noodzakelijk.
· Voorhuid ontsteking. De meeste ongecastreerde reuen hebben in meer of mindere mate een voorhuidontsteking. Deze is meestal niet te genezen met medicatie, hooguit een beetje onder de duim te houden. In ongeveer 95 % van de gevallen verdwijnt de voorhuidontsteking na castratie.
· Er is ook een niet-gesteriliseerde teef in huis. Over het algemeen adviseren wij u dan de teef te laten steriliseren om onderstaande redenen (zie sterilisatie teef)
Sterilisatie van de teef
De minimale leeftijd waarop een teef gesteriliseerd kan worden is 6 maanden oud. Er zijn verschillende meningen over wanneer het de beste tijd is om een teef te steriliseren. Sommigen zijn van mening dat een teef voor de eerste loopsheid gesteriliseerd moet worden, andere adviseren na de eerste loopsheid. Hieronder staan de voor- en nadelen van de sterilisatie beschreven. Ons advies is om de teef 3 maanden na het begin van de 1e loopsheid te laten steriliseren, omdat wij van mening zijn dat de nadelen van een sterilisatie op de leeftijd van 6 maanden niet opwegen tegen de voordelen (zie hieronder). In overleg is het natuurlijk mogelijk om toch te beslissen uw hond op 6 maanden al te steriliseren, mochten daar goede redenen voor zijn.
De voordelen van een sterilisatie zijn:
· Geen ongewenste nestjes.
· Geen ‘last’ meer van de loopsheden voor de eigenaar en hond.
· Geen schijndracht.
· Remmend effect op het ontstaan van melkkliertumoren, zowel goed- als kwaadaardig.(dit effect is minder op de kwaadaardige tumoren naarmate de hond ouder is of al vaker loops is geweest)
· Voorkomen van baarmoederontsteking.
· Voorkomen van suikerziekte.
De nadelen van een sterilisatie zijn:
· Toename van het lichaamsgewicht, dit effect is minder bij sterilisatie op jonge leeftijd, en goed te ondervangen door uw hond minder te voeren na een sterilisatie als daarvoor.
· Mogelijke invloed op het gedrag; teven die voor de sterilisatie al enigszins dominant/agressief zijn kunnen feller en agressiever worden na een sterilisatie
· Verandering van de vachtstructuur, deze wordt dikker, doffer en moeilijker te onderhouden. Dit treedt m.n. op bij langharige honden.
· Ontstaan van urine incontinentie: Dit komt bij ongeveer 10 % van de teven voor waarbij er meerdere factoren een rol spelen:
o Zwaardere/grotere honden met een gecoupeerde staart hebben hierop een grotere kans
o Sterilisatie op jonge leeftijd geeft hierop een grotere kans
o Bepaalde rassen waaronder de Boxer, Dobermann, Bobtail, Riesen Schnauzer, Weimarener, Ierse Setter en de Dwergpoedel hebben hierop een grotere kans.